-
1 plume
n. pluim--------v. de veren gladstrijken; zich laten voorstaan op; met veren bedekken (vogels)plume1[ ploe:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 pluim ⇒ sliert, wolkje♦voorbeelden:————————plume2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 adorned himself with borrowed plumes
verfraaide zichzelf met geleende veren, met andermans veren pronkenEnglish-Dutch dictionary > adorned himself with borrowed plumes
-
3 dress in borrowed plumes
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский